Woningmarkt staat bol van de misverstanden
25 juli 2019
Dit artikel is door Henk van Dijk, adviseur Woningmarkt bij Enserve, geschreven voor de Volkskrant en ongewijzigd overgenomen.
De sterke toename van eenpersoonshuishoudens bemoeilijkt de markt: doorstromen is gewenst
Er is weer volop discussie over de Nederlandse woningmarkt. Met veel misverstanden. Een klassieker is dat de moeilijke positie van starters opgelost moet worden door hen voorrang te geven, zoals Aleid Truijens betoogt in de Volkskrant van maandag 23 juli.
Stel de woningmarkt eenvoudig voor als het schuifpuzzeltje van 4 x 4 blokjes. Als er een blokje vrijkomt dan kun je ervoor kiezen de lege plek op te vullen met een starter. Je kunt er ook voor kiezen eerst een paar ander blokjes te verschuiven (doorstroming) en daarná het lege vakje, dat aan het eind altijd overblijft, te vullen met een starter. Dan bevorder je de wooncarrière van zittende bewoners en wordt er nog steeds een starter geholpen. Voorrang voor starters frustreert de doorstroming en helpt per saldo niet meer starters aan een woning, hoe graag iedereen dat ook zou willen.
Vervolgens is het belangrijk een goede analyse te maken van de oorzaken van de problemen op de woningmarkt. Een belangrijke factor is de groei van het aantal eenpersoonshuishoudens. In de afgelopen drie jaar groeide deze groep met bijna 100 duizend personen. Voor al deze nieuwe eenpersoonshuishoudens is nieuwe woonruimte nodig.
Alleenstaanden
Inmiddels kent Nederland bijna 3 miljoen eenpersoonshuishoudens. Dat is een kleine 40 procent van alle huishoudens in Nederland. Daarmee komt het aantal alleenstaanden al aardig in de buurt van de voorspelling van Jan Latten in de Volkskrant van 23 september vorig jaar: ‘Het aantal alleenstaanden gaat de komende decennia nog fors groeien, over veertig jaar bestaat bijna één op de twee huishoudens uit een alleenstaande of alleenstaande met kind.’
Even een historisch beeld: vijftig jaar geleden vormde deze groep met 576.000 huishoudens slechts 16 procent van het totaal. Er zijn dus in die tijd bijna 2,5 miljoen eenpersoonshuishoudens bijgekomen. Vandaar dat al de nieuwbouw sinds die tijd niet heeft geleid tot een meer ontspannen woningmarkt.
Er zijn volgens het CBS en het Plan Bureau voor de Leefomgeving drie oorzaken die leiden tot een verdere stijging van het aantal eenpersoonshuishoudens.
Hypotheek
In de eerste plaats daalt sinds 2008 het aantal tweepersoonshuishoudens sterk. Jongeren hebben te maken met flexibilisering op de arbeidsmarkt, hogere huren en strengere eisen bij het verkrijgen van een hypotheek. Hierdoor gaan jongeren later samenwonen.
In de tweede plaats gaan stellen sinds de eeuwwisseling sneller uit elkaar. Deze stijging hing deels samen met de toename van het ongehuwd samenwonen, waarbij de kans op een relatiebreuk hoger ligt dan onder gehuwde stellen. Daarnaast lijkt een extra stijging van het scheidingsrisico sinds 2012 te zijn veroorzaakt door een tijdelijke inhaalslag, samenhangend met een toegenomen economisch vertrouwen, waardoor mensen een scheiding financieel aandurven.
Illustratief voor de toenemende scheidingen is het aantal kinderen dat opgroeit in een eenoudergezin. In twintig jaar tijd groeide deze groep met 50 procent van ruim 300.000 naar ruim 450.000 kinderen.
Tot slot is er in de afgelopen decennia een sterke daling opgetreden van de instroom van ouderen in verpleeg- of verzorgingsinstellingen. Hierbij gaat het in toenemende mate om alleenstaande ouderen. Ook deze groep blijft dus een beroep doen op de markt voor zelfstandige woonruimte.
Henk van Dijk is sociaal geograaf en woningmarkt- adviseur.