Regionale samenwerking loont
12 september 2022

De verdeling van sociale huurwoningen is bijna altijd regionaal geregeld. Regelmatig kiezen corporaties in eenzelfde regio daarbij voor samenwerking. Als dé specialist in woonruimteverdeling is dit precies het expertisegebied van Enserve. Al jaren ondersteunen wij corporaties door het hele land in de samenwerking met collega-corporaties. Dit heeft onder andere als voordeel dat woningzoekenden zich nog maar op één plek in hoeven te schrijven en het aanbod van de hele regio op één centrale plaats te vinden is. Dit biedt gemak en keuzevrijheid.
In de regio Eindhoven was al vele jaren sprake van een samenwerking tussen corporaties. In 2020 trad de grootste corporatie van de regio toe aan dit verband. Dit bood de kans om nader te onderzoeken of samenwerking echt loont voor de woningzoekende: is er werkelijk meer te kiezen?
Wij concludeerden:
- Bijna overal in Nederland wordt bij de woonruimteverdeling samengewerkt op regionaal niveau. Door deze regionale samenwerking heeft de woningzoekende meer keuzevrijheid.
- Het vergroten van een regio door samenwerking zorgt ervoor dat woningzoekenden meer te kiezen hebben. Vooral jongeren maken hier gebruik van.
- Wanneer een corporatie toetreedt tot een regio is zij soms bang dat de eigen woningzoekenden verdrongen worden. Deze angst is niet terecht.
- Regionale samenwerking werkt! Toch is de praktijk soms weerbarstig.
Meer keuzevrijheid
In 2010 startten de corporaties in de gemeente Helmond met een samenwerking. Voortaan konden woningzoekenden zich inschrijven op www.wooniezie.nl, waar al het woningaanbod van de corporaties te vinden was. In 2016 traden de Eindhovense corporaties toe, met uitzondering van de grootste corporatie Woonbedrijf, die eind 2020 alsnog toetrad. Inmiddels zijn 13 corporaties in 21 gemeenten aangesloten. Dit is een mooi moment, 12 jaar later, om terug te kijken op wat deze samenwerking de regio bracht.
In het begin, toen er nog geen regionale samenwerking was, ging 73% van de woningen in Helmond naar woningzoekenden uit deze plaats. Nu er breed regionaal wordt samengewerkt, is dit aantal gedaald naar ongeveer 64%. Woningzoekenden zijn mobieler geworden. Natuurlijk is het de vraag of dit louter komt doordat het samenwerkingsverband is uitgebreid, maar de cijfers wijzen wel in die richting. Als we kijken naar de groep die zorgt voor deze verandering, dan valt op dat het met name jonge huishoudens (tot 35 jaar) zijn die vaker over de gemeentegrens verhuizen.
Figuur 1
Jonge woningzoekenden zijn over het algemeen mobieler dan ouderen. Bij verhuisbewegingen naar een corporatiewoning valt op dat starters over een afstand van gemiddeld 20 kilometer verhuizen en 75-plussers slechts over circa 7 kilometer.
Geen verdringing
Werden er in 2011 circa 1.000 woningen verhuurd via Wooniezie, 10 jaar later was dit aantal gestegen naar bijna 6.000 woningen die corporaties via diverse verdeelmodellen aanboden.
In oktober 2020 trad de grootste woningstichting van de regio – Woonbedrijf – toe aan het samenwerkingsverband. Zij verhuren ruim 33.000 woningen. Alle woningzoekenden die bij Woonbedrijf stonden ingeschreven, werden overgezet naar de database van Wooniezie met behoud van inschrijftijd.
Wanneer een corporatie toetreedt tot een samenwerkingsverband is vaak de angst dat haar woningzoekenden verdrongen worden door de woningzoekenden die al bij het samenwerkingsverband staan geregistreerd. Binnen een samenwerkingsverband staan immers veel meer mensen ingeschreven en vaak met langere inschrijftijden. Voor Woonbedrijf hebben we ruim een jaar na toetreding onderzocht of er sprake was van verdringing. Daarbij keken we naar de sociale verhuringen via een advertentie op www.wooniezie.nl, waarbij de corporatie een nieuwe huurder selecteerde op basis van inschrijftijd.
Tabel 1
In 2021 verhuurde Woonbedrijf 895 woningen via een advertentie op Wooniezie. Stel dat Woonbedrijf niet was toegetreden, dan had zij al deze woningen op de eigen website geadverteerd en verhuurd aan de woningzoekenden van haar eigen wachtlijst. Nu Woonbedrijf op Wooniezie adverteerde, had zij een veel groter bereik. Van de 895 woningen gingen er slechts 514 naar woningzoekenden van haar oude wachtlijst. Er lijkt dus sprake van een flinke verdringing. Als we beter naar de cijfers kijken, zien we dat dit slechts een deel van het verhaal is. Een belangrijk aantal van de oud-woningzoekenden van Woonbedrijf (523) vond in 2021 namelijk een woning bij een andere corporatie binnen het samenwerkingsverband. Dat was vóór de toetreding niet mogelijk. In totaal vonden 1.037 van hen een woning. De toetreding was dus gunstig voor de oud-woningzoekenden van Woonbedrijf. Hun kansen namen toe en zij konden kiezen uit een ruimer aanbod.
De praktijk is weerbarstig
Regionale samenwerking werkt. Woningzoekenden hebben er baat bij, wat voornoemde cijfers aantonen. Toch is de praktijk weerbarstig. Vraag je woningzoekenden zelf wat zij belangrijk vinden bij de woonruimteverdeling, dan krijg je soms andere antwoorden. Vooral nu de druk op de woningmarkt toeneemt, klinkt er een roep om lokaal maatwerk. Keuzevrijheid is mooi en een verhoogde mobiliteit tussen gemeenten prachtig, maar dit mag niet ten koste gaat van de eigen bevolking, klinkt het al snel. In een volgend artikel sta ik stil bij deze roep om lokaal maatwerk en de gevolgen daarvan voor de regionale samenwerking.