Nationale verhuisdag

21 september 2021

Dit artikel citeert uit de column van Frank Kalshoven, directeur van De Argumentenfabriek, uit De Volkskrant van 3 september 2021.

“Tijdigheid van huurcontracten kan wel degelijk helpen woningmarktvraagstukken op te lossen, in het bijzonder ‘allocatieproblemen’.” Dat stelt Frank Kalshoven, directeur van De Argumentenfabriek, in zijn column in De Volkskrant op 3 september jl. Kalshoven stelt daarop een gedachte-experiment voor, de ‘nationale verhuisdag’:

“Alle huishoudens pakken in en zetten hun huisraad op straat. Er is een verlicht despoot, en die wijst alle huishoudens voor de komende twee jaar een passende woning toe. Passend? Bij de werkplek, het inkomen en de samenstelling van het huishouden. De vraag is: denkt u dat er in de loop van zondag heel veel of juist heel weinig huishoudens in een andere woning terechtkomen?”

Het idee is dat lege-nesters hun gezinswoning verlaten, waarop jonge gezinnen erin trekken. Werkenden verhuizen naar waar het werk is, gepensioneerden gaan naar een regio met weinig economische activiteit. Docenten wonen bij hun school, ambtenaren in Den Haag enzovoorts.

Met dit gedachte-experiment illustreert Kalshoven de gedachte dat veel mensen in objectieve zin ‘niet-passend’ gehuisvest zijn. Te klein, te perifeer, te duur – en dan kun je er zo’n lekker verhaal over schrijven. Of juist: te groot, te centraal, te goedkoop – en dan hebben de bofkonten het goed voor elkaar.

Klassiek misverstand

Volgens Henk van Dijk, adviseur Woningmarkt bij Enserve, berust het pleidooi van Kalshoven op een klassiek misverstand, namelijk er is woonruimte genoeg, maar deze is verkeerd verdeeld. “Het plan voor een grote verhuisdag, het liefst onder leiding van een verlicht despoot, is niet alleen onrealistisch, maar zal ook de problemen op de woningmarkt niet oplossen,” stelt Van Dijk, “als we de bestaande huizen anders verdelen dan wordt er geen starter extra geholpen.”

Bovendien is er volgens Van Dijk nog een ander probleem: “Huizen in de sociale huursector hebben meestal drie of vier kamers. Dat komt omdat verreweg de meeste huizen gebouwd zijn in een periode dat de meeste huishoudens uit gezinnen bestonden. Op dit moment bestaat ruim 60% van de actief woningzoekenden in de sociale huursector uit een eenpersoonshuishouden. Dat is per definitie ook een 1 inkomenshuishouden en daarom eigenlijk altijd aangewezen op dit deel van de woningmarkt. De kans dat de gezinswoning die door de lege-nesters verlaten moet worden, bewoond gaat worden door een eenpersoonshuishouden is groter dan dat er een gezin met kinderen in terecht komt.”

De oplossing

In zijn column in De Volkskrant stelt Kalshoven dat het goed is om te bedenken dat het totaal aantal vierkante meter woning per persoon in Nederland ruim voldoende is om alle huishoudens passend te huisvesten. Er is geen absolute schaarste aan woonruimte. Er is eerst en vooral een verdelingsprobleem, of, chiquer geformuleerd, een allocatieprobleem.

Henk van Dijk ziet het anders: “Wat helpt is bijbouwen, woningen splitsen en nieuwe contractvormen om met meerdere mensen een woning te delen. Alleen een herverdeling lost de schaarste niet op.”

 

Deel dit artikel


Wilt u alles weten op het gebied van woonruimteverdeling?
Schrijft u zich dan hier in voor onze nieuwsbrief.


Alle berichten