3. Werkwijze

 

 


3.1 Vergadering

De urgentiecommissie vergadert in principe wekelijks in een wisselende samenstelling met een voorzitter, twee of drie leden en een secretaris. In 2016 vergaderde de urgentiecommissie 41 maal.
In een vergadering behandelt de commissie circa 15 urgentiedossiers van de regio Arnhem-Nijmegen. Indien nodig wordt een extra vergadering ingepland zodat de aanvragen niet onnodig lang blijven liggen. In de week voorafgaand aan de vergadering ontvangen de commissieleden de stukken die nodig zijn om de vergadering voor te bereiden.

De commissie beoordeelt elke aanvraag individueel. Er worden geen generieke urgenties verleend. Bij sommige aanvragen kan de commissie relatief snel en unaniem beslissen. Bij andere aanvragen is de gepresenteerde problematiek complexer en volgt een langere beraadslaging. Elk lid praat en besluit mee vanuit zijn of haar eigen achtergrond/discipline. De voorzitter vat bij elke aanvraag de conclusie van het besluit samen en de secretaris maakt daarvan notitie.

Het werkproces en de soorten besluiten:

Figuur 1: Het werkproces en de soorten besluiten. (klik op de afbeelding voor een vergroting)



3.2 Procedure en soorten besluiten

Binnen negen weken nadat een urgentieaanvraag door aanvrager is ingediend, stelt de commissie aanvrager schriftelijk op de hoogte van het besluit. Dit is vastgelegd in het Reglement aanvragen noodurgentie woonruimteverdeling.

Ook de medewerker van de corporatie die de urgentieaanvraag in behandeling heeft genomen en het urgentierapport heeft samengesteld, ontvangt schriftelijk bericht van het genomen besluit. De medewerker van de corporatie en het secretariaat registreren de diverse stappen in het werkproces in een automatiseringssysteem.



3.3 Toetsingskader

De commissie hanteert in al haar werkzaamheden het toetsingskader, dat bestaat uit de identieke Huisvestingverordeningen van de samenwerkende gemeenten in de regio Arnhem-Nijmegen en het Reglement aanvragen noodurgentie woonruimteverdeling. Het reglement maakt onderdeel uit van de huisvestingsverordeningen.

De bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht worden naar analogie toegepast op de werkzaamheden van de commissie, voor zover dit in de huisvestingsverordening of in het reglement is vermeld.
Met inachtneming van de voorgaande regelgeving beoordeelt de urgentiecommissie of de aanvrager van urgentie voldoet aan de volgende drie criteria:

  • Verkeert belanghebbende in een persoonlijke noodsituatie die direct verband houdt met de woning of woonomgeving?
  • Is er sprake van een eigen verantwoordelijkheid voor het ontstaan, dan wel het oplossen van de situatie?
  • Is belanghebbende zelfredzaam (in financiĆ«le zin, met opgebouwde meettijd of door het bewonen van onzelfstandige woonruimte?

De urgentiecommissie beoordeelt elke urgentieaanvraag aan de hand van een zogenaamde beslisboom.

Figuur 2: De beslisboom. (klik op de afbeelding voor een vergroting)